Het resultaat 2021 in één oogopslag is als volgt (bedragen in €):
Jaar 2021 | Resultaat | Verschil met door raad vastgesteld |
---|---|---|
1. Door raad vastgesteld via begroting 2021 | 362.000 | |
2. Prognose na 2e bestuursrapportage en begrotingswijzigingen | 2.204.000 | 1.842.000 |
3. Feitelijke uitkomst (Jaarrekening 2021) | 5.535.000 | 3.331.000 |
Het jaar 2021 is afgesloten met een positief jaarrekeningresultaat van € 5.535.000.
Vertrekpunt voor de analyse van de verschillen tussen de werkelijke realisatie over 2021 en de begroting 2021 is de gewijzigde begroting en niet de primitieve begroting 2021. Dit is een voorschrift uit het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording).
Het tussentijds verwachte saldo (de gewijzigde begroting na verwerking van de 2e bestuursrapportage) bedroeg € 2.204.000. Ten opzichte hiervan is het werkelijke resultaat dus € 3,3 miljoen voordeliger.
De 3e bestuursrapportage liet een verwacht voordelig saldo van € 4,1 miljoen zien (exclusief programma 5 en 6). Het werkelijke resultaat is met € 3,3 miljoen dus € 0,8 miljoen lager. Dit verschil bestaat uit het resultaat van programma 5 en 6 (€ 0,5 miljoen nadelig), het na einde boekjaar en meerdere kleinere afwijkingen (€ 0,3 miljoen nadelig).
Het positieve resultaat is onder andere te verklaren doordat voor ca. € 4,3 miljoen aan producten of diensten niet zijn geleverd, waarbij via een voorstel tot resultaatbestemming wordt voorgesteld de middelen door te schuiven naar 2022 (budgetoverheveling). Het netto resultaat van € 1,2 miljoen is naast de effecten van Covid-19 te verklaren door de actuariële berekening van de pensioenen peildatum december 2021, het eindigen van de wachtgeldverplichting (oud) wethouders en de algemene uitkering. Zorgwekkend is de overschrijding op de individuele voorzieningen Jeugdwet (€ 2,7 miljoen nadelig), die door bovenstaande incidentele meevallers nog opgevangen kon worden.
In onderstaande tabel staan de grootste verschillen tussen de begroting (na wijziging) en de werkelijke uitkomsten. Dit zijn de afwijkingen groter dan € 100.000. De toelichtingen staan bij de betreffende programma’s en onderdelen in het jaarverslag.
(bedragen x € 1.000) | |||
Saldo van de rekening 2021 uitgesplitst naar de belangrijkste afwijkingen ( > € 100.000) | |||
Progr. | |||
---|---|---|---|
1 | Wethouderspensioenen (voorziening) | 287 | V |
3 | Extra capaciteit bouw en wonen en prijsstijging inhuur | -167 | N |
4 | Uitstel omgevingswet | 156 | V |
4 | Woningwetbouw | 117 | V |
4 | Afkoopsommen wonen | 200 | V |
5 | Sociale dorpsteams | 98 | V |
5 | TOZO en ontschottingsafspraken | 121 | V |
5 | Resultaat RWDI | 509 | V |
5 | Minimaregelingen | 169 | V |
5 | Landelijk transitie arrangement (LTA) | -885 | N |
5 | Ambulante jeugdhulp | -788 | N |
5 | Maatwerk jeugd | -611 | N |
5 | Afrekening oude jaren jeugd | -392 | N |
5 | Jeugd met Verblijf | 195 | V |
5 | Jeugdbescherming en crisiszorg | -73 | N |
5 | Overige kleinere afwijkingen jeugd | -152 | N |
5 | Individuele voorzieningen WMO | 269 | V |
5 | Innovatie en transformatie | 449 | V |
6 | Uitstel wet inburgering nieuwkomers | 231 | V |
7 | Leerlingenvervoer | -109 | N |
7 | Tijdelijke huisvesting onderwijs | -99 | N |
7 | Afboeking terugbetaling onderwijsvergoeding | -91 | N |
11 | Voorziening valwind | -700 | N |
11 | Overige uitgaven valwind | -293 | N |
11 | Inhuur begraafplaatsadministratie | -103 | N |
11 | Duurzaamheid soortenmanagementplan | 187 | V |
12 | Anterieure overeenkomsten en grondexploitaties | 347 | V |
12 | Verkoop vastgoed | -781 | N |
12 | Overige baten en lasten | 152 | V |
Saldo kleinere afwijkingen | 505 | V | |
Totaal afwijkingen programma's | -1.252 | N | |
Overig (Alg. dekkingsmiddelen, overhead, reserves) | 4.583 | V | |
Totaal afwijking begroting -/- werkelijk (resultaat t.o.v. begroting) | 3.331 | V | |
Saldo begroting na wijzigingen | 2.204 | V | |
Gerealiseerd resultaat jaarrekening 2021 | 5.535 | V |
Ontwikkeling weerstandsvermogen
Het jaar 2021 is afgesloten met een positief resultaat. Het resultaat inclusief andere ontwikkelingen heeft consequenties voor de ontwikkeling van het weerstandsvermogen, ofwel de beschikbare weerstandscapaciteit.
Uit de berekening van het weerstandsvermogen van de gemeente blijkt dat deze licht is afgenomen ten opzichte van de begroting 2022, met name door het inflatierisico. De kwalificatie van het weerstandsvermogen eind 2021 is 'uitstekend' volgens algemeen geaccepteerde normen.
In de jaarstukken is de volgende tabel opgenomen:
(bedragen x € 1.000) | |||
Tabel 2: Berekening weerstandscapaciteit | Werkelijk 2020 | Begroting 2021 | Werkelijk 2021 |
---|---|---|---|
Algemene reserve | 6.927 | 8.172 | 8.520 |
Onvoorziene uitgaven | 0 | 124 | 0 |
Onbenutte belastingcapaciteit | 5.346 | 5.346 | 6.239 |
Totale weerstandscapaciteit | 12.273 | 13.642 | 14.759 |
Schuldpositie
De nettoschuld gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen ultimo 2021 ligt lager dan waarmee in de primaire begroting 2021 rekening werd gehouden. De nettoschuld is ook lager dan de geprognosticeerde schuld per 1 januari 2022 in de begroting 2022. Daarin hield de gemeente rekening met een schuld per 1-1-2022 (= 31-12-2021) van €136.141.000. Ten opzichte van deze eerdere verwachting is de schuld ruim € 10,5 miljoen lager en bedraagt € 125.612.000. Belangrijkste oorzaak hiervoor is de daling van het investeringsvolume. De schuldpositie blijft voor de komende jaren een belangrijk aandachtspunt.